Een belangrijk diagnostisch instrument binnen de traditionele Europese natuurgeneeskunde is de oogdiagnostiek.
Oogdiagnostiek kent een lange geschiedenis en aangenomen wordt dat Hippokrates zijn leerlingen al onderwees in de leer van de iris.
Reeds vroeg constateerden artsen dat er een relatie was tussen de kleur van de iris en de aanleg voor bepaalde ziekten. Zo ook tussen bepaalde tekens en verkleuringen in het oog (oogfenomenen) en ziekte.
Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw vond de ontwikkeling van de oogdiagnostiek vooral plaats in Duitsland waarbij het oog als reflexgebied van de totale mens op de voorgrond stond. Er ontstond een eerste indeling op basis van kleur en structuur van de iris: de oogconstituties.
In de vijftiger jaren van de vorige eeuw werden de eerste klinische onderzoeken gedaan naar de relatie tussen oogtekens en ziekte. Hieruit bleek, net als uit latere onderzoeken, dat deze relatie niet zonder meer is aan te geven; de oogdiagnose is geen alternatief voor de röntgenfoto. Mede door deze onderzoeken is men beter gaan begrijpen wat de werkelijke waarde van de oogdiagnostiek is, namelijk het kunnen bepalen van de constitutie, ofwel de individuele aanleg, en van de in de loop van het leven opgedane gezondheidsbelasting. Hierdoor ontstaat inzicht in zowel de mogelijke oorzaak van klachten en symptomen als het eventuele verloop hiervan.
Natuurgeneeskundige André Vonk gebruikt deze gegevens om het klachtenpatroon te begrijpen en zo een behandelplan op te stellen.
Terughoudendheid m.b.v. deze diagnose is gewenst. Oogdiagnostiek is absoluut niet alleenzaligmakend en zal ook nimmer de diagnose van de huisarts of specialist vervangen.
Copyright Homeopaath | Theme: Appointment Green by Webriti